Sam-Sin, eenmaal guru,tweemaal meester

John Eduard Sam-Sin
John Eduard Sam-Sin

Sam-Sin, eenmaal guru, tweemaal meester

Het heeft mij jaren gekost, het geheim rond Sam Sin, de bijna mythische figuur uit de onderwijs wereld in Nickerie, te ontrafelen. Vele ouderen van Nickerie, weten wel iets over hem te vertellen. De onderwijzer uit Paramaribo die vele grote Nickerianen heeft helpen voortbrengen. Bij het interviewen van personen in Nickerie voor het schrijven van historische artikelen, is de naam Sam –Sin vaker gevallen. Velen kenden hem als een rekenwonder, sommigen als een taal virtuoos. Ik ben blij dat ik deze John Eduard François Sam-Sin, de guru, via zijn leerling Sieuwkoemar Sewtahal, mag presenteren.

Gangadai: “ Hij leeft als een koning”.

Vele Nickerianen rond de tachtig jaar, soms een beetje jonger, kunnen zich meester Sam –Sin herinneren. De meester die met groot gezag kon onderwijzen, van wie men zeker wist, dat hij zijn vak beheerste. In het vak rekenen, had hij zijn gelijke niet, terwijl hij de Nederlandse taal zeer machtig was. Toen het en beetje minder goed ging met het onderwijs op de R.K.-scholen in het rijstdistrict, haalde men hem zelfs tweemaal uit Paramaribo, om het niveau op de scholen van het bisdom op peil te brengen. Hij was geen schoolhoofd, maar wel de motor achter de leerprestaties, die de kinderen die onder zijn hoede kwamen, lieten vast leggen. Het is ruim 33 jaar geleden dat ik de naam Sam Sin voor het eerst hoorde uit de mond van het lieve hindostaans meisje, Gangadai, met wie ik op 28 december 1976 ben getrouwd. De naam Sam-Sin, klonk uit haar mond, als woorden uit een sprookjesboek; je zou echt denken: “Heeft die man echt bestaan”. Zei vertelde mij het volgende:” Wij hebben het thuis niet zo breed, maar toch is het leven prettig. Mijn vader is karrenman, net zoals zijn vader het was. Daarnaast houdt hij enkele koeien. Als die melk leveren, wordt die verkocht. Mijn moeder is een hard werkende vrouw, doet de huishouding, zorgt voor de kinderen en plant groente. Er is dus altijd genoeg te eten. Ik kan mij herinneren, ik ben nog klein zit op de lagere school, dat voor een aantal maanden tot misschien iets meer dan een jaar, meester Sam-Sin bij ons komt inwonen. Hij krijgt voor zichzelf een kamer nabij de trap. Elke dag moet ik zijn pap voor hem brengen, zijn eten wordt hem dagelijks opgediend. Hij leeft als een koning in huis, hij behoeft niets te doen. Er wordt voor hem gezorgd. Ik weet ook dat hij elke dag keurig gekleed naar school ging en mensen hem met respect toespraken”. Mijn vraag was altijd geweest, hoe kon iemand uit Paramaribo, een niet-hindoestaanse meester, in een eenvoudige landbouwersgezin terechtkomen, waar hij de beste verzorging kreeg? De mensen waren de tijd ver vooruit. Die vraag zou jaren onbeantwoord blijven. Maar als ik uiteindelijk een ontmoeting heb met de gepensioneerde onderwijzer Sieuwkoemar Sewtahal, krijg ik iets meer te weten over John Eduard F. sam-Sin.

Chanderhans Badal verzorgde hem

Sieuwkoemar Sewtahal is geboren op 1 april 1940 in de van Drimmelenpolder in Nickerie. Zijn vader, Sewtahal 432/00, geboren omstreeks 1898 en een immigrant uit Brits-Indiё, was getrouwd met Rampyarie Kundan geboren op de plantage Waterloo. Sieuwkoemar vertelt het volgende: “ Ik was leerling van de eerste openbareschool aan de Corantijnpolder. Twee maanden per jaar, omstreeks april en mei in de periode waarin de landbouwers rijst planten, bezocht ik deze school. De rest van het schooljaar bezocht ik de Spangenbergschool van de EBGS te Nieuw Nickerie. Op mijn 14de jaar zat ik nog in de vijfde klas. Meester Monkou, het schoolhoofd, wilde daarom niet dat ik deel zou nemen aan het toelatingsexamen voor de Muloschool. Op voorstel van meester Sam Sin, verbonden aan de St. Alfonsusschool van het RKBO, schreven mijn ouders mij na de kerstvakantie af van de Spangenbergschool. Sam Sin gaf toen les in de zesde klas en op zijn voorstel vroeg het schoolhoofd G.G. Maynard, dispensatie voor mij aan. Kort daarna, kwam mijn broertje, Sewtahal Sewpersad ook in de zesde klas. Sam Sin zei aan het schoolhoofd, dat mijn broertje te scherp was voor de vijfde klas. In hetzelfde jaar in 1955, slaagden wij beiden voor de toelating tot de Mulo. In 1958 gingen wij naar de kweekschool. Dat ik met mijn vijftiende jaar pas de lagere school verliet, komt door het feit dat ik drie jaren deed over de vierde klas. Ik was linkshandig, en een leerkracht van wie ik de naam niet wil noemen, heeft me steeds gedwongen met mijn rechterhand te schrijven, wat niet lukte. Al kende ik mijn lessen, ik schreef niets op, dus bleef ik zitten. Maar Sam Sin bracht via de overstap hierin verandering. Sam Sin bleef toen in en kamer in een hotel aan de Orange Nassaustraat, nu R.P.Bharosstraat. Hij gaf lessen op de St.Alfonsusschool, maar was bij een eerdere detachering werkzaam op de openbare school te Hamptoncourt. Ir. Shankar, gewezen president van Suriname, Dr. F. Essed, Ir. Bipat, Ir. Tjon Sieuw, R.G.Bueno Bibaz, zijn o.a. grote zonen van ons land, die de handen van Sam Sin zijn gepasseerd. Ik leerde hem kennen als kleine jongen, toen mijn neef Chanderhans Badal, hem verzorgde. Hij baadde, kleedde en masseerde Sam Sin, die aan reumatiek leed. Hij was toen al boven de 50 jaar. Chanderhans verzorgde hem, bracht hem elke dag verse vruchten en maaltijden, maar kreeg daarvoor bijzondere kennis terug. Toen Chanderhans zijn vader stierf en hij die de Mulo niet verder mocht bezoeken, nam ik zijn taak over.

Sieuwkoemar diende zijn guru

Sieuwkoemar Sewtahal
Sewkoemar Sewtahal

Sieuwkoemar had een bijzondere taak op zich genomen. Iets, dat alleen maar door een bijzondere band, uit liefde tussen een leerling en zijn guru kan bestaan. Sewpersad zijn broertje was er zijdelings bij betrokken. Maar beide jongens zouden door te doen van guru, zelf ook onderwijzer worden. Over de verzorging en het dienen van zijn guru vertelt Sieuwkoemar zijn ontroerend verhaal:” Ik baadde hem ‘s morgens vroeg en kleedde hem aan. Dan hielp ik hem op zijn fiets zitten, waarna ik de fiets waarop hij zat naar school stootte. Hij trapte zelf niet. Als de school om 1 uur n.m. de deuren dicht deed, ging hij niet naar huis. Ik bleef bij hem. We aten op school, want er werd eten voor hem gebracht. Van 4 tot 6 uur ’s middags gaf hij aan de zesdeklassers bijles. Tegen 6 uur ’s middags stootte ik hem naar het gebouw van de Mulo I. Onderweg kocht hij bij Natman, sate’s, pitjil, bakkabana’s en gekookte eieren. Van half zeven ’s avonds tot acht uur gaf hij lessen op de vierderang opleiding. Ik volgde al de lessen, omdat ik in de klas plaats moest nemen. Daarna stootte ik hem naar het Juliana theater. In de pauze wekte ik hem, meestal sliep hij tijdens de voorstelling, waarna hij zich tegoed deed aan de goederen van Natman. Tegen 12 uur stootte ik hem naar huis, waar ik hem masseerde met hoogtezon zalf. Daarna ging ik zelf naar bed. Dit heeft zich elke dag herhaald. Toen ik naar de Mulo moest, verhuisde ik samen met hem om in te wonen bij mijn zus aan de Annastraat. Hij was een pientere man. Tijdens de vierderang lessen, gaf hij mij extra wiskunde en Nederlands lessen. Hij heeft een heleboel mensen voor de vierderang opgeleid. Hij gaf ook boekhoudenlessen. Een zekere Boedram heeft zo zijn PD-diploma behaald. Hij kende zijn vak, zijn lessen waren didactisch van hoge kwaliteit. Na zijn mutatie naar Paramaribo heeft hij nog vele vierderangers helpen opleiden. De Nickeriaanse studenten maakten dankbaar gebruik van zijn diensten. Toen mijn broer en ik op de kweekschool zaten , waren wij kind aan huis aan de Burenstraat 42, waar hij woonde”. Volgens Sieuwkoemar gaf hij geduldig les en kon je vragen stellen zoveel als je wilde. Ontdekte hij dat je daarna toch niets had begrepen, kreeg je klappen en schoppen. “ Wij verstonden weinig Nederlands op de lagere school, dus gaf hij les in Sranantongo. Ook ik kreeg klappen, trots ik hem verzorgde. Hij was meester in taalkennis. Tot op de Hoofdakte opleiding hebben wij van zijn kennis gebruik gemaakt. Ik vind het jammer dat geen straat of school in Nickerie, naar deze guru is genoemd”.

K.R.Donk, 12 februari 2009.

2 reacties

  1. Dank je wel voor uw openhartige levensverhaal over mijn Opa ik heb hem nooit gekend maar erg veel van hem gehoord ik voel mij vereerd voor wat voor persoon hij was geweest zijn nazaten heeft veel van zijn wijsheid genoten. Kleinzoon Eddy Sam-Sin zoon van wijlen Lud Sam-Sin.

  2. Ik ben Nel, de oudste kleindochter van John Eduard Francois Sam Sin. Na het overlijden van mijn moeder, zijn dochter, ben ik tot mijn zestiende grootgebracht bij mijn oma en opa. Zij woonden met ons aan de Burenstraat 42.
    Mijn oma en opa hebben samen 13 kinderen gekregen, 9 jongens en vier meisjes. Ik herinner mijn opa als een hele strenge man en ik weet dat hij thuis bijles gaf als hij in Paramaribo was. Hij was een ijdele man die erg gesteld was op zijn uiterlijk en dronk graag een glaasje whiskey . Als hij in Nickerie zat werd zijn vuile was in een koffertje naar Paramaribo gestuurd. De kapitein, de heer Hagens van de boot, de Perica, nam het koffertje met vuile was mee uit Nickerie en nam bij de volgende vaart de schone was mee naar Nickerie. Mijn oma Geertruida van Huisduinen, was de enige die zijn kleding op de juiste manier kon verzorgen.
    Hij lette op de manier waarop thuis het Nederlands werd uitgesproken “articuleren” riep hij dan. Ik hoor nog zijn strenge stem. Als ik hem een brief stuurde kreeg ik die met rode pen of potlood teruggestuurd.
    Voor mij blijft hij een bijzondere man en ik blij dat hij mijn opa is.

    Ik kan mij ook Sew Persad herinneren. Hij woonde bij ons in aan de Burenstraat,
    Ik vond het heel fijn om te lezen hoe het mijn opa in Nickerie verging.
    Dank voor de informatie
    Nel

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.